medical-563427_1920: SVH
7 mei

Gezondheidsachterstand in Limburg……

Gezondheidsachterstand in Limburg… op weg naar een trendbreuk, maar hoe?

Limburg worstelt met de achterblijvende gezondheid van de inwoners en vooral in Zuid-Limburg. Al jaren blijft de gezondheid in (Zuid-)Limburg achter ten opzichte van de rest van Nederland. En hoewel de gezondheid in het hele land stijgt -dus ook in Limburg- blijft de achterstand even groot en lijken we het verschil niet te kunnen inhalen. Een onderzoek naar succes- en faalfactoren om deze achterstanden in te halen biedt inzicht in mogelijke oplossingsrichtingen.

www.ggdzl.nl

Aanleiding

Op zoek naar de Limburgfactor

Een welvarend Limburg vraagt om gezonde en vitale Limburgers en vice versa. Limburg kent daarin echter een forse achterstand ten opzichte van de rest van Nederland. Dat is al lang bekend, maar leidde in 2015 tot vragen in de Limburgse politiek. Op 6 februari 2015 nam Provinciale Staten een motie aan met een verzoek aan het College van Gedeputeerde Staten van de Provincie Limburg om een integraal onderzoek uit te voeren naar de oorzaken van die gezondheidsachterstand in Limburg. Deze motie vormde de start van een brede belangstelling voor het thema gezondheid en inmiddels zijn er vele beleids-initiatieven, experimenten en oplossingsrichtingen beschreven en gestart. De belangrijkste vraag die echter ten grondslag ligt aan dit onderzoek is welke factoren bepalend zijn voor het al dan niet effectief inzetten van beleid en interventies en het behalen van resultaten.

Het onderzoek

Doelstelling

De verschillende overheden in de provincie Limburg beogen een trendbreuk te bewerkstelligen in de gezondheidssituatie van de Limburger. Deze trendbreuk komt tot stand met alle betrokken partijen. In dit onderzoek, dat zich richt op Zuid-Limburg, wordt vooral gekeken naar hetgeen al gebeurt en in gang gezet wordt door en met de betrokken partijen. De doelstelling is dan ook te komen tot meer inzicht in de succes- en faalfactoren en benodigde samenwerking voor het realiseren van de trendbreuk in gezondheid in Zuid-Limburg.

Onderzoeksvraag

Wat zijn de meest relevante en voor de lokale overheid te beïnvloeden succes- en faalfactoren die bijdragen aan de realisatie van de trendbreuk in gezondheid in Zuid-Limburg?

Methode

Het onderzoek is grotendeels exploratief van aard, waarbij gekeken wordt naar vermoedens van mogelijke oorzaken en beïnvloedende factoren. Er is gebruik gemaakt van literatuur en deskresearch, een inventarisatie naar bestaande en mogelijk nieuwe initiatieven en samenwerkingsvormen en er zijn zowel interviews als enquêtes uitgevoerd. Aan de hand van 4 thema’s is het onderzoek uitgevoerd.

Resultaten per thema

Bestuurlijke vernieuwing

Een goede bestuurder is zowel boegbeeld als ‘kop van Jut’ en weet met bestuurlijke spanning om te gaan. Er is behoefte aan een nieuwe generatie bestuurders die minder belang hechten aan persoonlijk, organisatie en electoraal belang, maar voorrang geven aan het belang van de inwoner van stad, dorp en regio. Deze complexe materie vraagt immers om een langjarig beleid, dat verder reikt dan de vierjaarlijkse politieke cyclus en dat men als bestuurder over zijn eigen bestuursperiode heen moet durven kijken. Kortom er is een nieuwe bestuurlijke visie nodig, een andere werkwijze en nieuwe bestuurders. Coöperaties (kleine bestuurlijke werkvormen op lokaal niveau die met betrokkenheid van alle professionals en maatschappelijk middenveld tot resultaten kunnen komen die bijdragen een de verbetering van de gezondheid) zijn daar een mooi voorbeeld van. Succesfactoren voor bestuurlijke vernieuwing zijn onder andere verbindend leiderschap, zelfreflectie en zelfverantwoording, aandacht voor taalgebruik en meer interactie.

Sociale innovatie

Echte innovatie wordt vaak nog belemmerd door de bestaande (gezondheidszorg)systemen. Het geld-gerichte systeem is bepalend en wordt dan ook gezien als een faalfactor. Bestuurders staan vaak nog ver af van sociale innovatie, mede tegengehouden door de algemene wet bestuursrecht met zijn vaak beperkende regels. Bestuurders moeten durven kijken naar de bestaande en gewenste situatie en daar anders in willen acteren, waarmee de link gelegd is met bestuurlijke vernieuwing. Uit het onderzoek blijkt dat sociale innovatie een absolute randvoorwaarde is om te komen tot de gewenste trendbreuk. Een cruciale vraag bij vernieuwing is hoe het proces van het onbekende aan te sturen? Het verdient aanbeveling te bekijken hoe de systeem-afhankelijkheid doorbroken kan worden. Een succesfactor om hier een omslag in te maken is het werken in pilots. We moeten lef hebben om klein te beginnen.

www.ggdzl.nl

Integraal beleid en netwerken

Netwerken hebben weliswaar vaak iets vluchtigs, het zijn ook krachtige overlegvormen die tot innovatie en betrokkenheid bij alle partners kunnen leiden. Integraal werken en het werken in netwerken krijgt in Zuid-Limburg veel aandacht, maar kent als belangrijkste faalfactor gebrek aan regie en daarmee onvoldoende daadkracht van een netwerk. Bij de start van een netwerk is vaak niet goed afgesproken dat men mét elkaar aan de slag gaat: het probleem is van iedereen en uiteindelijk dus van niemand (everybody’s concern, nobody’s business). Naast regie wordt ook geld als een factor genoemd. Specifiek voor gemeenten blijkt uit het onderzoek dat intergemeentelijke samenwerking nog beperkt is. Gemeenten zijn geneigd om vooral voor de eigen gemeente te besturen en te werken. Dat de integrale en intersectorale samenwerking goed verankerd is blijkt duidelijk uit de grote hoeveelheid netwerken. De kwaliteit van een netwerk blijkt bepalend voor het succes ervan.

Burgerbetrokkenheid en participatie

De burger moet meer gericht betrokken worden op momenten dat het ertoe doet. Het onderzoek leert dat burgers nog onvoldoende serieus genomen worden en evenmin voldoende erkend in hun eigenwaarde. Het vertrouwen van de burger in de overheid en de beleidsbepalers is vaak weg. Luisteren en serieus nemen van die burger kan helpen om samen de juiste resultaten te behalen De serieuze aandacht voor en dialoog met de burger is een succesfactor die kan leiden tot een oprechte betrokkenheid en invloed van de burgers. Als bestuurder moet je wel een kader meegeven, maar toch de burger het gevoel geven dat hij kan meebepalen. Mensen zijn wel degelijk bereid om mee te denken en zijn vaak ook ervarings-deskundigen in het leven. Vertrouwen en draagvlak zijn succesfactoren in het betrekken van de burger.

Beantwoording van de onderzoeksvraag

Wicked problem

Wicked problems niet zijn op te lossen: Je moet ze aanpakken maar accepteren dat het probleem zich wel laat terugdringen meer niet laat elimineren. Er kan en moet dus wel degelijk aan gewerkt worden! Dat eraan gewerkt wordt in Zuid Limburg is duidelijk, de vraag is alleen of dat op de juiste manier gebeurt.

Succes- en faalfactoren

Hoewel er veel verschillende succes- en faalfactoren zijn benoemd in de vier geselecteerde thema’s blijkt uit zowel literatuuronderzoek als uit de interviews en enquête dat de burgerbetrokkenheid de belangrijkste succesfactor is. De burger meer en intensiever betrekken lijkt de belangrijkste sleutel tot succes te zijn: “burgers komen met andere oplossingsrichtingen, je komt veel dichter bij de kern van het vraagstuk. Mensen worden mede-eigenaar van het vraagstuk en je benut het potentieel van de populatie”

Meer dan bij de andere thema’s worden ook concrete voorbeelden genoemd van projecten, interventies en (burger)initiatieven waarbij de burger, maar ook de kleinschaligheid en buurt- of wijkgerichtheid, centraal staat. Als faalfactor staat hiertegenover echter de beperkte mogelijkheden en kennis die de gemiddelde burger heeft om te kunnen en willen participeren in beleid.

Bestuurders met lef en daadkracht, maar ook met andere competenties als het gaat om samenwerken en de dialoog opzoeken zijn een volgende succesfactor.

Faalfactoren zijn het ontbreken van menskracht en middelen, maar ook het voortbestaan van de bureaucratie, systeemwereld en regelgeving. Opvallend is ook dat hoewel het belang van nieuwe initiatieven en experimenten wordt genoemd als een succesfactor er ook sprake is van een faalfactor als er, zoals momenteel in Zuid-Limburg gebeurt, een veelheid aan projecten, experimenten, nieuwe initiatieven en netwerken is waarbij elke samenhang en verbinding ontbreekt. Er is dan ook behoefte aan een goede lokale en regionale structuur met voldoende inzet van middelen en menskracht zodat regie in samenwerking en netwerken geborgd wordt, afspraken vastgelegd kunnen worden en er niet bij elk project opnieuw geïnvesteerd moet worden in tijd en geld.

www.ggdzl.nl

Conclusies en aanbevelingen

Verbeter de samenwerking met de burger door de serieuze dialoog met de burger, goede informatievoorziening en vergroot en versterk het vertrouwen in en van de burger.

Breng bestaande initiatieven, pilots en samenwerkingsverbanden in kaart. Zoek naar samenhang en verbinding en leer van de best practices. De aanstelling van een strategisch makelaar of verbinder is een goede investering om dit tot uitvoering te brengen

Besteed aandacht aan een ontwikkel- en evaluatietraject zodat voldoende kennis wordt opgebouwd over doeltreffendheid en doelmatigheid van interventies en netwerken.

Heb geduld en accepteer dat resultaten op langere termijn gerealiseerd worden, mits er sprake is van een bepaalde continuïteit in beleidsvorming en beleidsuitvoering.

Durf te investeren en stel voldoende menskracht en middelen beschikbaar om interventies, projecten, samenwerkingsverbanden en burgerinitiatieven een goede start te geven, maar ook duurzaam te verankeren in de gemeente en de regio. Een regio-budget zou hier een goede bijdrage aan kunnen leveren.

www.ggdzl.nl

Colofon

Dit onderzoek is uitgevoerd door Marjon Hulst, strategisch beleidsadviseur bij de GGD Zuid Limburg, in het kader van een afstudeeropdracht voor de master bestuurskunde (NCOI opleidingen) gedurende de periode augustus 2017-maart 2018.

Heerlen, 30 april 2018

Meer info?

Meer informatie vindt u op www.ggdzl.nl of kunt u opvragen via marjon.hulst@ggdzl.nl.

U kunt ook via haar de volledige eindscriptie opvragen.

Bij verdere vragen kunt u contact opnemen met het secretariaat van de afdeling directie en bestuurssecretariaat van de GGD Zuid Limburg,

telefoon 088 880 5000